Ik sta bovenaan de trap op het hoofdkantoor.
Het is lunchtijd, maar ook crisistijd.
Beneden staat een camera te snorren.
Zuchtend steek ik mijn boterham op zak
en zet mijn sorrywenkbrauwen op.
Tree voor tree neem ik de kijker mee
in een warmgestookte wereld van wij.
Met vuurvaste stem serveer ik
flinterdunne reepjes pijn,
en razendsnel verdampende spijt
op een bedje van schokvaste ratio.
De cameraman steekt zijn duim op.
Mijn maag knort.
Het is crisistijd, maar ook lunchtijd.
Ik laat De Leuning los en neem eindelijk een hap.
Op mijn wankelend ”Veiligheid voorop!” volgt een keiharde klap.
NM