Ik kies een wat zielloos paard.
Expres leg ik hem een veel te klein zadel op.
Vervolgens trek ik de singel hard aan
en duw een roestig bit in zijn bek.
Geduldig blijft hij staan,
blij dat hij van stal mag.
Ik hijs me op z’n schonkige rug,
waarna hij briesend en niesend in beweging komt.
Even later jakkeren we voort
over smalle jaagpaden langs brede kanalen.
We halen de eindstreep,
moe maar voldaan, zoals dat heet.
De volgende dag vertel ik hem van
mijn kreupelende spierpijn.
Hij op zijn beurt toont me de striemen op zijn flanken.
NM, 2012